Een betere patient begint bij jezelf…
Nadat ik bijna 26 jaar in de farmaceutische industrie had gewerkt raakte ik, dankzij een prijsmaatregel van CZ, mijn functie als Country Manager kwijt. Dat moment zette als het ware een vergrootglas op mijn gevoel dat ik behoorlijk vervreemd was geraakt van onze maatschappij. Jarenlang had ik genoten van onze professionele omgeving; de opleidingen, het samenwerken op niveau, het gemak waarmee ik deelnam aan nationale maar ook internationale vergaderingen. Ik verbleef in erg goede hotels, at in de leukste restaurants en ontmoette veel boeiende collega’s. Een heerlijk, luxe leven. Maar toch knaagde er iets…
Mantelzorg en complimentjes
Na een korte periode van ‘in between jobs’ besloot ik bij een bureau binnen te lopen dat vrijwilligerswerk coördineerde in mijn woonplaats Zoetermeer. Ik werd met open armen ontvangen en werd in contact gebracht met Frits en Angela*. Frits had beginnend Alzheimer en Parkinson waardoor zijn partner Angela aan huis gebonden was. Twee middagen per week hield ik Frits gezelschap zodat zij er even uit kon. Een fantastische periode waarbij een snel ontwikkelde vriendschap zorgde voor een tijd waar zowel Frits als ik van genoten. Daarnaast werd mij gevraagd om mantelzorgers te controleren. Want met het verschuiven van het budget van het mantelzorg complimentje (eenmalig € 200 netto per jaar) van de overheid naar de gemeenten, verschoof ook de verantwoordelijkheid. In Zoetermeer hielden mantelzorgers het recht op het complimentje, maar moest men wel aan bepaalde voorwaarde voldoen. Het was mijn mooie taak om alle mantelzorgers persoonlijk te bellen. Achteraf bleek dit een bijzonder verrijkende activiteit te zijn. Mantelzorgers krijgen heel weinig aandacht en er wordt hen zelden gevraagd wat het voor ze betekent om mantelzorger te zijn. Ik mocht dat wel doen. De verhalen, meestal heel schrijnend, zette mij tot aan mijn knieën weer stevig op de grond. Je beseft na de eerste telefoontjes al, hoe onvoorstelbaar gelukkig je mag en moet zijn met je gezondheid en een gezond gezin. “Ik doe het graag, want ik hou van haar / hem” en “het is toch vanzelfsprekend dat je elkaar helpt” zijn reacties die ik veel kreeg. Het maakt je bescheiden en schatrijk. Een leeftijdgenoot vertelde mij dat kort na haar huwelijk haar man een herseninfarct kreeg met afasie en een rolstoel als naar overblijfsel. Zij vertelde mij dat zij de laatste 20 jaar niet op vakantie is geweest, haar man niet kan verstaan maar hem wel goed begrijpt. Die weerbaarheid, die strijdlust maakt je nederig. Ik ben van mening dat iedere jong volwassene eens een middagje mantelzorgers zou moeten bellen. Misschien als onderdeel van een maatschappelijke stage?
Vinger aan de pols bij de patient: voel je ‘m nog wel aan?
Je snapt vast al waar ik heen wil. Het imago van onze farmaceutische industrie blijft een hoofdpijndossier van veel professionals in de sector. We moeten ons verdedigen en uitleggen hoe waardevol deze industrie is voor de hoge kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg. Hameren op de beperkte rol van geneesmiddelen in het stijgen van de kosten in de gezondheidszorg en dus blijven uitleggen dat er een solide verhaal zit achter de soms hoge kosten van een beperkt aantal producten.
De patiënt weer centraal zetten en de focus leggen op waar we het uiteindelijk allemaal voor doen is een manier om te werken aan het imago. Maar niet iedereen doet daar aan mee. Zo kwam mij laatst ter oren dat bij een Amerikaans bedrijf de foto’s van ‘gestagede’ patiënten die in de vergaderkamers hingen, vervangen waren door gevleugelde kreten. De gezichten zijn verdwenen. Een slechte ontwikkeling volgens mij.
Tijdens de opleiding van professionals in onze branche wordt uitgebreid stilgestaan bij de anatomie, fysiologie en pathologie van ziektebeelden waar farmaceutische producten zo effectief voor zijn. Patiënten verhalen worden getoond. Soms (te weinig) worden patiënten uitgenodigd om hun verhaal te doen voor een groep hongerige aspirant professionals. Binnen de muren van een farmaceut wordt ze dan gevraagd hun verhaal te doen, uit te leggen hoe zwaar het is. Een goed middel voor educatie, de focus en het gevoel bij de vraag waar we het allemaal voor doen. Toch vraag ik me af of dat voldoende is.
Hoeveel gevoel en beleving hebben we eigenlijk voor díe patiënten? We zien ze uiteindelijk in de wachtkamers van ziekenhuizen en huisartspraktijken. Nemen er naast plaats en wachten, gefocust op een mobiele telefoon, rustig onze beurt af. Maar ga je wel eens een gesprek aan? Wel eens met oprechte interesse gevraagd hoe het met die andere ‘wachtende’ gaat?
Tot slot een paar boodschappen die ik je graag mee wil geven:
- Wil je patiënten écht leren kennen? Neem eens contact op met de betrokken mantelzorgers en vraag oprecht hoe het met hen gaat en waar hun mantelzorg uit bestaat. Alleen maar luisteren brengt je heel dicht (naast) de patiënt in zijn of haar persoonlijke leefomgeving.
- Mocht je een korte tijd even zonder werk zitten, meldt je vooral aan voor vrijwilligerswerk. Met een goede farmaceutische / gezondheidszorg opleiding kun je van onschatbare waarde zijn voor situaties binnen de maatschappij waar je het bestaan misschien niet (meer) van wist.
- Als je de volgende keer in een wachtkamer wacht op de specialist of huisarts ga dan eens in gesprek met andere patiënten. Luisteren en aandacht geeft onze wereld energie.
- Als je gezond bent heb je allerlei dromen en wensen… groot en klein; als je niet gezond bent, heb je er maar één.
*de werkelijke namen zijn vervangen door fictieve in verband met de privacy
Over Hans
Hans Slobbe is Associate Director
Recruitment & Accountmanagement
bij Talentmark