Een van die belangrijkste vragen die een farmamarketeer zichzelf stelt is wat de behoefte aan educatie van zijn klanten is en waarom. Redacteur Luyten van den Berg laat hier in onderstaande blog zijn licht over schijnen.
Zowel de vraag- als de aanbodzijde van medisch nascholen is volop in beweging en gaat over vragen als “Wat bepaalt de keuze om de spaarzame tijd aan te spenderen?” en “Is het pendulum van online weer volledig terug aan het bewegen naar met name fysiek samenzijn?” Maar ook “Ontstaat er een nieuwe “behoefte balans” met hybride vormen?”, “Is het steeds een andere behoefte van dezelfde klant of verschillende behoeftes van verschillende klanten? en “Welke vormen en inhoud lenen zich voor welke behoefte?” Een ingewikkeld en veelzijdig vraagstuk, dat is wel duidelijk.
Er zijn de laatste tijd heel wat onderzoeken verschenen over deze nascholingsbehoeften en de voor- en nadelen van verschillende vormen van scholing. Wat is er eigenlijk wezenlijk veranderd… de behoeften of de mogelijkheden om hier invulling aan te geven?
Waarom hebben we ons gedrag in eerste instantie aangepast naar online? Een retorische en simpel te beantwoorden vraag: omdat het off line samenkomen niet meer mogelijk was. De behoefte is dus niet gewijzigd, maar de manier waarop hier invulling aan gegeven werd wel. Het online aanbod is daarmee ook enorm toegenomen en nog altijd in ontwikkeling met nieuwere vormen zoals podcasts die langzaam maar zeker worden omarmd.
Waarom deelnemen aan nascholingen en wat is waardevol?
Als je de verschillende onderzoeken leest komen er voor medisch professionals 3 hoofdredenen bovendrijven om aan een wetenschappelijke bijeenkomst deel te nemen:
- Educatie (medisch inhoudelijke kennisverbreding en verdieping)
- Peer2Peer netwerken (professionele inhoudelijke interactie met collega’s en andere stakeholders in de zorg)
- Sociale interactie (collega’s, vrienden zien en maken)
De waarde voor de deelnemer wordt gedreven door een combinatie van deze factoren en kan per persoon, nascholing en situatie een andere (over)weging kennen om deel te nemen. Voor het aanbod is dus de vraag in welke behoefte we primair willen voorzien en of dit past bij het doel van de scholing en de behoefte van de doelgroep die we voor ogen hebben.
Een aantal, welbekende, punten die als waardevol worden benoemd en redenen om deel te nemen zijn:
Educatie
- Kwaliteit van de sprekers
- Kwaliteit van de inhoud
- Pro-contra discussies tussen experts / deelnemers
- Online en on demand beschikbaarheid
Peer2Peer netwerken
- Goede faciliteiten
- Voldoende tijd om te netwerken
Sociale interactie
- Mogelijkheid om buiten de inhoud mensen te ontmoeten
- Locatie
- Voldoende tijd
Daarnaast zijn er generieke drempelverlagende factoren voor deelname, zoals de kosten, online toegankelijkheid en een simpel registratieproces. In sommige gevallen is accreditatie een factor voor deelname. Dit laatste is voor nieuwere vormen zoals podcasts nog niet mogelijk gebleken maar er schijnt aan gewerkt te worden door marktpartijen.
Hoe verhoudt zich dit tot het offline versus online deelnemen?
Om het overzichtelijk te houden is een indeling naar fysieke offline nascholing, hybride of online only een aardige kapstok. Een paar dingen vallen daarbij op:
1 Je leest wel eens dat het aantal deelnemers aan online congressen, bij het niet doorgaan van off line congressen door COVID, soms tot wel 10 x zo groot was dan er voor. Daarnaast sprak het een nieuwe groep aan: er zijn veel meer jonge artsen en artsen in opleiding die deelnemen aan bijvoorbeeld grote congressen vanwege de lagere toegangsbarrière. Met name de kosten zijn aanzienlijk lager en het feit dat je er niet voor hoeft te reizen helpt natuurlijk sterk mee.
2 Het is interessant om te zien dat de participatie binnen de sessies verandert. Van minder participatie in online nascholing tot juist meer inhoudelijke debatten waar onderzoekers en jongere artsen een grotere rol spelen dan bij fysieke aanwezigheid. De mogelijkheden en “durf” om vragen te stellen in een online setting blijkt anders te zijn dan in een fysieke live setting.
3 Op de vraag wat je liever doet, online of fysieke deelname, lees je veelal terug dat fysieke deelname de voorkeur heeft, echter dat de beroepsgroep verwacht dat ook het online volgen van de scholing mogelijk is. Online wordt namelijk gezien als flexibeler en dus makkelijker in te passen in het dagelijks leven. Helemaal als de scholing ook “on-demand” beschikbaar wordt gemaakt. Het hangt dus erg van de omstandigheden, de doelgroep en het doel af welke vorm voor wie wanneer aanspreekt. De verwachting is echter steeds vaker dat de verschillende mogelijkheden om scholingen te volgen worden geboden. Hiermee wordt het bereik ervan dus mogelijk ook groter.
4 Over hybride vormen zijn de meningen verdeeld. Het on- en offline live volgen nascholingen is prima, wanneer de techniek goed is geregeld. Ook interacties via digitale platformen met online deelnemers werkt vaak goed. Echter, wanneer het om interactieve vormen gaat, wordt dit vaak als minder effectief ervaren, met name discussies tussen mensen die fysiek aanwezig zijn voor online deelnemers vaak lastig te volgen.
En dus? Een simpele confrontatiematrix…
Wanneer we de behoeften en de vormen combineren en op een versimpelde manier weergeven zou dat er zoals in onderstaande tabel uit kunnen zien. Voor fysiek geldt dat alle behoeften goed vervult kunnen worden. De hybride formats lenen zich meer voor educatie en peer2peer inhoudelijk, waar “online only” zich met name leent voor educatie gericht op de inhoud.
Educatie Inhoud Zenden / Interactief | Peer 2 Peer Inhoudelijk Interactief | Sociaal Plezier Interactief | |
Fysiek | x | x | x |
Hybride | x | x | |
Online | x |
Gezien het voortschrijden van de technologische mogelijkheden en de veranderende behoeften van de doelgroep is het zaak het te bereiken doel en de doelgroep(en) goed voor ogen te houden en daarbij de juiste opzet te kiezen. Ook nascholen is een reis van informatiebehoefte en voorziening. Deze reis op verschillende manier benaderen met verschillende vormen van aanbod van de content die aanspreekt is de kunst. De kunst van het verdienen van de aandacht van de beroepsgroep.