Vorige week was het De week van de integriteit. Dat wist ik niet, en na wat doorklikken stuitte ik op de volgende definitie: “Een integer persoon houdt vast aan normen en waarden, ook als deze van buitenaf onder druk staan. Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen handelen, en bent aanspreekbaar op je gedrag. Als regels ontbreken of onhelder zijn, dan oordeel je en handel je op moreel verantwoorde wijze, op basis van algemeen aanvaarde sociale en ethische normen”.
Aan regels ontbreekt het in de farmaceutische industrie zeer zeker niet, aan duidelijkheid wel. Sterker nog, ik ben er een groot voorstander van om terug te gaan naar de basis, naar datgeen waar het écht om draait: wij kopen geen …. om. En op die puntjes staat dan bijvoorbeeld artsen, of verpleegkundigen, of patiëntenorganisaties, ambtenaren, journalisten etc. Omkoping klinkt heftiger dan ik het bedoel trouwens. De zachtere versie, namelijk dat we genoemde stakeholders niet in situaties zullen brengen waardoor ze in de verleiding zouden kunnen komen, is vriendelijker (maar gaat in feite over hetzelfde). En om dergelijke omkoping te voorkomen is er een bolwerk van regels, uitspraken en adviezen ontstaan waar we op terug kunnen vallen. Het probleem zit hem mijns inziens echter in het feit dat ik er met mijn gezonde verstand niet meer bij kan. Zoals een zeer ervaren compliance officer uit de US recentelijk tegen mij zei – maak het zo simpel, dat het niet fout kan gaan. Nu zitten we volgens mij met het tegenovergestelde – het is zo complex, dat het alleen maar fout kan gaan. En dan gaat de angst regeren en doen we het maar niet.
Een voorbeeld – op grond van de geneesmiddelenwet mogen alleen beroepsbeoefenaren gunstbetoon ontvangen, binnen bepaalde kaders. Echter zijn er genoeg bedrijven wiens primaire contactpersoon een niet- beroepsbeoefenaar is, die over het algemeen zeer leergierig en actief is in zijn of haar vakgebied. Dikwijls passeren mij aanvragen vanuit deze groep, variërend van verzoeken tot een klinische les, bijscholing op een bepaald vakgebied of deelname aan een wetenschappelijk congres. En keer op keer staar ik naar de volgende zinnetjes uit de CGR code: “….dat geen sprake is van een verkoopbevorderend doel….”. En “…Gastvrijheid dient beperkt te blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor deelname”…. En dan ga ik in de weer met mijn checklist:
Geaccrediteerd? Check.
Verhouding inhoudelijk programma vs. de rest? Check.
Eventuele presentaties drie (of vier) dubbel laten controleren door de verantwoordelijke? Check.
Is dat broodje écht nodig? Check.
Zullen we alleen water aanbieden? Check.
Check.
Check.
Check.
En dan weet ik het – bijna zeker. Nog een keer die ene uitspraak lezen. Want het is immers een spreker die….En dan weet ik het eigenlijk nog niet – kan dit nou of niet? Ik mis mijn gezonde verstand, mijn morele kompas, dat is ondergesneeuwd en onzeker is geworden door al die regeltjes.
De week van de integriteit gaat hier dus niet over. Want ik geloof pertinent niet dat een niet – beroepsbeoefenaar zich laat beïnvloeden door een broodjesbuffet met soep. Of dat we een arts kunnen omkopen om een product voor te schrijven door hem een lekkere Latte op een congresstand aan te bieden. De week van de integriteit gaat over échte dillema’s. Gevoelige patiëntengegevens die op straat liggen. Jarenlange fraude met bedrijfseigendommen. Banden met de wapenindustrie.
We hebben binnen onze industrie al zo’n fantastische omslag gemaakt afgelopen 10 jaar, laten we dat nou niet verpesten door regels die niemand begrijpt. Moeten we niet terug naar de basis? Maak het zo simpel dat het niet fout kan gaan.
Over Astrid
Astrid heeft meer dan 10 jaar ervaring als compliance professional bij internationale organisaties uit de gezondheidszorg.