Het is een misvatting dat een farmaceut niet met de patiënt mag communiceren. Sterker nog: het kan zelfs heel waardevol zijn om klachten, symptomen, nieuwe behandelingen en therapieën bespreekbaar te maken.
Voor receptgeneesmiddelen mogen farma marketeers alleen – en onder voorwaarden – promotie maken als die rechtstreeks is gericht aan voorschrijvers. De consument mag niet rechtstreeks benaderd worden met productgerichte informatie. Maar er zijn wel andere wegen die kunnen leiden tot een pull effect. Een beproefde methode is consumenten bewust maken van bepaalde aandoeningen zodat de doelgroep naar aanleiding van die informatie contact zoekt met de huisarts. Meestal gebeurt dit door websites te lanceren die een medisch- of gedragsprobleem én de mogelijke oplossingen onder de aandacht van de patiënt/consument brengen. Stoppen met roken, erectieproblemen, plasproblemen, overgangsklachten. Voorbeelden genoeg. De vertrouwde omgeving van de wachtkamer van eigen huisarts is de uitgelezen plaats om deze platforms onder de aandacht te brengen.
“Je mag als farmaceut rechtstreeks met consumenten communiceren, zolang je je maar aan de richtlijn ziektebeeldinformatie houdt”, zegt Lisa-Jane Horgan, Country manager bij IDS Nederland, dat gespecialiseerd is in voorlichting over gezondheid in de wachtkamer en aan medische professionals.
De regels zijn niet ingewikkeld en bieden veel ruimte:
-De informatie dient compleet en evenwichtig te worden weergegeven.
-Beeldmateriaal moet duidelijk verschillen van het materiaal dat richting artsen wordt gebruikt.
-Het gebruik van tests waaronder vragenlijsten voor zelfdiagnose van ziekte(s) mag indien deze wetenschappelijk gevalideerd en verifieerbaar zijn.
Selectieve verwijzingen naar geneesmiddelen is niet toegestaan.
-Informatie over receptgeneesmiddelen moet altijd de onbewerkte weergave van de bijsluitertekst weergeven.
Lisa-Jane is zich bewust van de vele veranderingen in de farma branche. “Als je marktleider bent in een bepaald aandoeningsgebied zullen de meeste recepten naar aanleiding van de informatie die verspreid wordt, voor jouw bedrijf zijn. Daarom is het van belang om de zorgverlener tegelijkertijd goed te informeren met product informatie. Het huidige gebrek aan blockbusters betekent echter ook dat er minder marketingbudget beschikbaar is en er dus op een andere manier gecommuniceerd moet worden.”
Nu er weinig of geen bedrijven zijn met marktaandelen van 60 of 80 procent, wordt de uitdaging op het gebied van marketing groter en specifieker. “Wij zien een tendens naar een meer regionale aanpak. Farmaceuten kijken naar de plaatsen of gebieden waar hun producten veel of juist niet voorgeschreven worden en gaan op basis van die informatie selectief marketen.”
Het is een trend waar bedrijven als IDS van profiteren. “We communiceren richting patiënt en tegelijkertijd met de medisch professional. We hebben veel mooie campagnes mogen doen. Zonder directe productinformatie of logo, maar puur gericht om patiënten te stimuleren om in gesprek te gaan met de huisarts. Als een campagne om medicijnen gaat, weten wij dat we een begeleidend schrijven moeten overhandigen aan de healthcare professional met productinformatie en daarin kan het farmaceutisch bedrijf dan zijn hele verhaal kwijt. Op deze manier kun je ook een pull effect creëren. Een arts luistert immers heel goed naar zijn eigen patiënten.”
Awareness kan dus heel gericht, lokaal of regionaal worden gerealiseerd. Liefst in combinatie met landelijke campagnes, vindt Lisa-Jane. Bij gebrek aan blockbusters en dus grote marktaandelen van individuele farmaceutische bedrijven, vindt ze wel dat die campagnes anders georganiseerd moeten worden. “Het zou goed zijn als er meer samenwerking komt. Tussen farmaceutische bedrijven onderling maar ook met patiëntenverenigingen, gezondheidsfondsen en de overheid. Door samen te werken zorg je dat de gezondheidsinformatie eenduidig is en op de goede plaats terecht komt.”