Redacteur Marloes Meddens-Bakker, in het dagelijks leven advocaat bij MOON legal & compliance, ging in gesprek met neuroloog-in-opleiding Wardell Amerika en tekende een innemend portret van een veelzijdig mens op aan de hand van 7 vragen.
1. Wie is Wardell Amerika?
Wardell Amerika is neuroloog-in-opleiding, oprichter van de migraine leefstijlgemeenschap Pacea en initiatiefnemer van het op te richten integraal zorgcentrum in Zwolle. Tevens is hij vader van twee zoons en een dochter.
2. Je bent bezig met het transformeren van de zorg in Nederland. Waarom is dat nodig?
De zorg komt steeds meer onder druk te staan. Zo is de verwachting dat de zorgkosten de komende 20 jaar zullen verdubbelen. Daarnaast neemt het tekort aan zorgpersoneel alleen maar toe; volgens schattingen zal in 2060 ongeveer een kwart van de Nederlanders in de zorg moeten werken. Het huidige zorgstelsel is dan ook niet houdbaar.
Om deze trend te stoppen, zullen we ook duurzame vormen van behandeling moeten gaan implementeren, zoals leefstijlinterventies. Er komt steeds meer wetenschappelijk bewijs voor de positieve invloed van een gezonde leefstijl, niet alleen op het voorkómen van ziekte, maar ook op de behandeling van bestaande ziektes. Er zijn tal van aandoeningen waarbij leefstijlinterventies als duurzame behandeling ingezet kunnen worden, zoals diabetes type 2, migraine, hypertensie, obesitas, cardiovasculair risicomanagement, etc.
Door mensen meer te leren over (het belang van) een gezonde leefstijl, kunnen we het zelfhelend vermogen van de mens aanspreken. Dit zal leiden tot verminderde zorgconsumptie, zorgkosten en benodigd zorgpersoneel. Deze complementaire zorg is echter niet altijd de beste behandeling; soms is medicatie wel degelijk de beste behandeling. Dankzij een holistische visie op de patiënt en zijn of haar klachten kunnen we zorg op maat aanbieden (‘precision medicine’). Middels ‘shared-decision making’ kunnen we per patiënt bepalen welke behandelingsvorm (reguliere en/of complementaire zorg) optimaal is. Deze combinatie van reguliere en complementaire zorg noemen we ‘integrale zorg’.
Er is niet alleen een noodzaak tot zorgtransformatie; patiënten wensen dit ook. Zo blijkt uit onderzoek dat 70% van de Nederlanders meer autonomie willen in de zorg, waarin zij specifiek willen dat er meer aandacht komt voor een gezonde leefstijl.
3. Op dit moment werk je aan het opzetten van een ‘integraal zorgcentrum’. Wat moet ik me daarbij voorstellen?
Met het integraal zorgcentrum willen we de toekomst van de zorg vandaag al aanbieden. Ons integrale zorgcentrum zal bestaan uit drie onderdelen: integrale zorg, digitale zorg en wetenschap.
Met de integrale zorg willen we reguliere en complementaire zorg met elkaar verbinden door middel van ziektespecifieke zorgpaden. De zorgpaden die we aan gaan bieden zullen gebaseerd zijn op ziektes waar we grote impact op kunnen hebben met de juiste leefstijl, zoals migraine, hypertensie, diabetes type 2 en cardiovasculair risicomanagement (CVRM). We zullen een breed aanbod van zorg kunnen leveren met o.a. verschillende medisch specialisten (neurologen, internisten, cardiologen, MDL-artsen, revalidatieartsen, etc.), huisarten en paramedici.
We gaan ook digitale zorg ontwikkelen, zoals schaalbare leefstijlinterventies en ziektespecifieke leefstijlgemeenschappen. Op deze manier willen we zorg naar de patiënt brengen. Als laatste willen we wetenschappelijk onderzoek doen naar de positieve effecten van een gezonde leefstijl op ziekte. Wij dragen graag bij aan de ontwikkeling van dit interessante onderzoeksgebied.
Het integraal zorgcentrum zal meer weg hebben van een buurtcentrum dan een ziekenhuis. Het moet een plek zijn waar mensen niet alleen komen om zorg te consumeren, maar ook om te verbinden met anderen door middel van een gemeenschappelijke ruimte, restaurant en fitnessruimte. Ook willen we mensen verbinden middels infotainment op het gebied van integrale zorg, zoals o.a. met informatieavonden, workshops en leefstijlcoaching. Waar een ziekenhuis vaak een witte, kille, steriele plek is, moet ons integrale zorgcentrum juist warmte en gastvrijheid uitstralen met een goede on- en offboarding.
4. Ik merk dat mensen nogal defensief kunnen reageren als het woord ‘leefstijl’ ter sprake komt. Aangevallen. Alsof hun ziekte/symptomen hun ‘eigen schuld’ zijn als ze de ‘verkeerde leefstijl’ hebben. Hoe reageer jij daarop?
Dat herken ik ook bij enkele patiënten uit de praktijk. In het geval van migraine probeer ik hen uit te leggen dat migraine een (deels) erfelijk bepaalde hersenziekte is. Dat mijn patiënt deze kwetsbaarheid heeft om migraineaanvallen te ontwikkelen, daar kan diegene niets aan doen. Echter, de hoeveelheid en ernst van de migraineaanvallen die mijn patiënt ontwikkelt, dat wordt deels bepaald door leefstijlfactoren. Dus kennis van de invloed van leefstijlfactoren op migraine en het inzetten van gepersonaliseerde leefstijlinterventies, daar is mogelijk aanvullende gezondheidswinst te behalen, bovenop die van de strikt reguliere behandeling.
5. Voor mensen die snel de schuld bij zichzelf zoeken, is het slikken van geneesmiddelen vaak een aantrekkelijke optie. Aan de andere kant worden soms juist de geneesmiddelen in het ‘verdomhoekje’ geplaatst. Die zouden er alleen maar zijn om de zakken van de farmaceutische industrie te spekken. Het zelfhelend vermogen van het lichaam zou voldoende moeten zijn om je van je symptomen af te helpen. Is dat waar, moeten we zelf meer moeite doen, zodat we geen geneesmiddelen meer nodig hebben?
Ik denk zeker dat er nog veel gezondheidswinst valt te behalen als mensen gezonder zouden leven. Tegelijkertijd realiseer ik me dat het inzetten van een ‘gezonde leefstijl’ makkelijker klinkt dan het in werkelijkheid is; ten eerste is niet iedereen zich bewust van de invloed van een gezonde leefstijl op het lichaam. Ten tweede is niet iedereen gemotiveerd om een gezonde leefstijl toe te passen. Ten derde heeft niet iedereen het vermogen om een gezonde leefstijl ook daadwerkelijk toe te passen; dit kan te maken hebben met onvoldoende gezondheidsvaardigheid, maar kan ook bijvoorbeeld met socio-economische achtergrond. Al met al is het dus maar de vraag of het in de huidige maatschappij realistisch is om van alle mensen te verwachten dat zij zich een gezonde leefstijl aanwenden.
6. De farmaceutische industrie hoeft leefstijlgeneeskunde dus niet als ‘bedreiging’ te zien?
Dat lijkt mij niet; het is namelijk nog maar de vraag hoe groot de overlap is in de populatie waarbij medicatie en leefstijlinterventies beiden realistisch gezien ingezet kunnen worden en in welke mate deze behandelvormen dus met elkaar kunnen concurreren. Bij de patiëntenpopulatie waar deze overlap er wel is, denk ik dat medicatie en leefstijlinterventies elkaar juist mooi kunnen aanvullen; er is natuurlijk ook maar zoveel effect wat je mag verwachten van zowel medicatie als leefstijlinterventies. Het toevoegen van leefstijlinterventies aan bestaande reguliere zorg kan het totale gezondheidseffect versterken.
Een mooi voorbeeld hiervan is prehabilitatie, bijvoorbeeld bij dikke darm operaties. Middels prehabilitatie worden patiënten fit gemaakt alvorens zij geopereerd worden. Het effect van voorafgaande prehabilitatie is dat 60% van de mensen minder complicaties hebben, twee dagen korter in het ziekenhuis liggen en sneller herstellen, met minder zorgkosten tot gevolg.
Een ander voorbeeld hoe leefstijlinterventies en farmacie elkaar kunnen versterken is de CONTAIN studie; deze studie uit 2020 toont aan dat het toevoegen van yoga aan de medicamenteuze behandeling van migraine superieur was t.o.v. dan medicamenteuze behandeling alleen met vermindering van o.a. de frequentie, ernst en invloed op het leven van de migraineaanvallen.
Vanwege de onhoudbaarheid van het huidige zorgsysteem beginnen we langzaam te bewegen richting integrale zorg. Ik zie deze zorgtransformatie juist als een kans voor de farmacie om hierin de samenwerking op te zoeken met organisaties die integrale zorg vorm willen geven om zo onderdeel te kunnen zijn van de toekomst van de zorg.
7. Toch is leefstijl niet direct het eerste waar de farmaceutische industrie in investeert. Onderzoek naar leefstijlaanpassingen is immers niet terug te verdienen door middel van geneesmiddelen. Welke kansen zijn er voor de farmaceutische industrie in het kader van integrale leefstijlgeneeskunde?
Een observationele studie uit 2020 in de JAHA onder 40.000 mensen toont een associatie aan tussen het starten van antihypertensiva en statines en het aanwenden van een ongezondere leefstijl. Zo hadden ze 82% meer kans op obesitas en 8% meer kans om fysiek inactief te worden. Gezien de achteruitgang in leefstijl zou je kunnen beargumenteren dat het toevoegen van gerichte leefstijlinterventies de effectiviteit van deze medicatie kan verbeteren. En dat is niet alleen gunstig voor de patiënt, maar ook voor de farmaceutische industrie.
Daarnaast zou investering ook bij kunnen dragen aan een het verbeteren van het imago van de farmaceutische industrie. Patiënten willen namelijk meer zelfregie in hun ziekte. De vraag naar leefstijlinterventies zal dan ook toenemen. Helaas kan financiering voor gezondheidsinitiatieven soms lastig zijn. Hier ligt een kans voor de farmaceutische industrie om middels investeringen in integrale zorg zichzelf te profileren als betrouwbare partner in de zoektocht naar een optimale gezondheid. Een imago dat heel wat waard kan zijn.
Dank voor je input en tijd Wardell, en heel veel succes met al je activiteiten!.
Marloes Meddens-Bakker is advocaat
bij MOON legal & compliance